Datum:
"Want zo zegt de HEERE (...) 'Zoek Mij en leef!' " (Amos 5:4). Het leven van William Bramwell is sprekend voorbeeld van iemand die God volgde met zijn hele hart en als resultaat daarvan werkelijk leefde. Gemotiveerd door een vurige liefde en achtervolgd door zicht op de eeuwigheid, zocht William Bramwell het aangezicht van Jezus met heel zijn hart. "Bramwell's liefde voor God was altijd aan het groeien. De schoonheid van heiligheid was als een vuur in zijn ziel en hij had een intens verlangen om in alles op God te lijken en in alles Hem te verheerlijken."
Het is in een brief van Bramwell in 1807 dat we een glimps krijgen van zijn drijvende passie dat hem motiveerde in zijn leven en bediening. Hij schrijft: "Bid, O bid broeder! Laat nooit, echt nooit, de volheid van God los. De tijd is bijna voorbij en als deze volheid ooit verloren gaat, zal het voor altijd verloren zijn. Ik ben verbaasd dat we niet meer bidden, ja dat we niet elk moment leven alsof we op het randje staan van de eeuwige wereld en in de verwachting van dat glorieze land." En nogmaals schrijft hij: "Ik ben zeer bedroefd dat mijn liefde niet sterker is, en dat ik niet meer op Hem lijk dan nu. Ik ben verbaasd over Zijn glorie en val op mijn knieën in schaamte. Hoe kan het zijn dat de ziel met zo'n kostbaarheid, en met een God zo groot, en met de eeuwigheid zo nabij, dat we nog zo weinig bewogen zijn?"
Bramwell zocht om elk moment uit te buiten voor het koninkrijk van God. Daarom gaf hij zichzelf - dag en nacht - in gebed en voorbede. "Hij besteedde elke dag 2, 3, 4, 5 en soms zelf 6 uur in gebed en overdenking. Hij ging vaak zijn kamer binnen om 9 uur en verliet deze niet tot 3 uur 's middags."
Zoals allen die zulke intense tijden van gebed hebben, verwisselde Bramwell zijn zorgen in voor de zorgen en het verdriet van Jezus Christus. Het gewicht van een verloren wereld en een kerk in worsteling bracht hem op zijn knieën in gebroken gebed. "De Heilige Geest onstak in zijn hart een diepe medelijden voor verloren en veroordeelde zielen. Hij zal menigten om hem heen op de brede weg die leid tot vernietiging and verlangde erna om hen 'uit het vuur te plukken'.
"Hij huilde over het gebrek aan zondebesef en overtuigde tegensprekers. Hij bracht de oordelen van de wet en de zachte roep van het evangelie tot de harten van zijn hoorders en moedigde hen aan om te vluchten van het oordeel dat eraan komt."
Jaar na jaar produceerde de bediening van gebed en prediking van Bramwell's blijvende resultaten. Kerken werden opgewekt, zieken genezen en zondaren werden waarlijk gered. Zijn succes (en dit valt niet te betwisten) was de vrucht van zijn steeds groeiende honger naar meer van Jezus. Door geloof plukte hij de beloningen van zijn oprechte en constante zoektocht.
Zijn wij als gelovigen werkelijk hongerig voor meer van Jezus of claimen we slechts de opwekkings-zeging van God zonder zelf aan de voorwaarde te voldoen van een zoekend hard? Spreken 2:3-5 herinnert ons om uit te roepen en onze stemmen op te heffen voor de rijkdommen van Christus. Om te zoeken naar de wegen van God die zijn als zilver en verborgen schatten en DAN zullen we beloond worden met vrees en kennis van God. Als wij serieus zijn met het zoeken naar een echte en blijvende beweging van de Heilige Geest, moeten we Bramwell's voorbeeld volgen en onze BESTE tijd en energie toewijden om het aangezicht van Jezus te zoeken in gebed.