Datum:
Op 9 maart 1791, werd John Wesley naar zijn graf gedragen. Hij liet niets achter dan een bibliotheek van boeken, een veel gedragen toga en een aangevallen reputatie, maar ook een Engeland dat bewogen was tot in de diepte van haar wezen en een kerk vervuld van geestelijk leven. John Wesley was een man die werkelijk vol was van apostolische visie en gaven, maar nog belangrijker: hij was een man die leefde met de eeuwigheid op het oog. "Verteerd door de gedachte van de korte tijd die we hebben, het grote werk dat gedaan moet worden en de noodzaak om dit snel te doen ging hij vooruit terwijl hij predikte, smeekte, waarschuwde en de weg leidde..."
John Wesley was een man die sterk was in geloof en gebed. Keer op keer werden mensen die bezeten waren bij hem gebracht en in antwoord op gebed werden deze mensen bevrijd. Niet alleen boze geesten werden uitgedreven: zieken werden ook genezen. Als Wesley preekte, kwam de kracht van God vaak over de luisteraars en honderen vielen in op hun knieën door de kracht van de Heilige Geest. En dan, in antwoord op gebed, werden hun zielen (en lichamen) genezen. Een arts die boos was om de schreeuwen die hij hoorde ging naar een samenkomst van Wesley. Een vrouw die hij kende viel ook onder de kracht van God. "Zweetdruppels gingen langs haar gezicht en haar botten schudde. Maar toen haar lichaam en ziel genezen werden op dat moment zag hij dat dit de vinger van God was." Op een ander moment was Wesley aan het rijden naar zijn volgende bestemming om te spreken werd zijn paard opeens lam. Omdat hij niemand had om te helpen stopte hij en bad. "Meteen werd zijn paard genezen".
Wesley riep mensen op om zich te bekeren en door geloof vrede te maken met God of voor eeuwig te lijden in de eeuwige hel. Bij mensen die dachten dat ze redding hadden (zonder dat dit echt zo was) werden de religeuze maskers weggetrokken door zijn eenvoudige en duidelijke prediking. Wesley geloofde dat zij die faalde om een zondaar of een afvallige te waarschuwen zelf ook onder het oordeel van Christus zouden komen. Hij was vastberaden om de hele raad van God te verkondigen, Gods liefde in Christus aan te bieden en te waarschuwen voor de exterme consequenties van het weigeren van het evangelie. Wesley schreef: "Voordat ik kan preken over liefde en genade, moet ik eerst zonde, wet en oordeel predikeren."
John Wesley, en ook andere oude Methodisten-predikers, waren zowel een vrijmoedige prediker als een levend bewijs van heiliging. Wesley predikte met een eindeloze ijver dat complete heiligheid was de primaire vrucht van een levend geloof in Christus. Toen hij een andere prediker hulp gaf schreef hij: "...totdat je gelovigen laat beseffen dat er een volledige redding is van je zonden, moet je niet verwachten dat er opwekking komt."
Als John Wesley een bezoek zou brengen aan de methodisten (John Wesley is de oprichter van deze stroming) van vandaag, is het te betwijfelen of die kerken hem binnen zouden laten. Zij zouden hem waarschijnlijk veel te ijverig vinden. Toen hij 83 was zei hij dat hij er spijt van had dat hij niet meer kon schrijven dan 15 uur zonder dat zijn ogen pijn deden. Wesley's predikte trouw bijna tot aan zijn sterfdag. Zijn ware kracht en ijver in zijn hoge ouderdam lag in de beloning van het trouw omgaan met zijn tijd. Hij leek elke gedachte, woord en daad te overdenken in het licht van de eeuwigheid.
"Temidden van zijn moeizame arbeid, zijn niet te tellen afspraken en zijn komen en gaan leefde Wesley een verborgen leven in intimiteit met God. Wanneer hij uitgeput was door het overwerk, vond hij weer nieuwe kracht in gebed." Het was wesley's stricte gewoonte om dagelijks tenminste één uur in de morgen en één uur 's avonds in gebed te besteden. John Wesley schudde de wereld door zijn prediking, omdat hij eerste de hemel en hel schudde door zijn gebed. In zijn prediking was het besef van een eeuwige noodzaak omdat hij de eeuwigheid aanraakte op zijn knieeën.