Datum:
De hedendaagse kerk, zoals het oude Israël, vind de profeten van God nooit echt fijn. In elke hoek van de kerk vandaag kun je vandaag hen vinden die de woorden uitroepen van de koppige koning Achab "Bent u diegene (Elijah) die Israël in het ongeluk stort?" (1 Koningen 18:17). Meestal wanneer iets niet lekker smaakt, proberen we er iets bij te voegen om het zoet te maken. Omdat het hedendaagse christendom zo oncomfortabel is met het profetische woord van bekering, proberen sommige om de rol van de profeet te herdefiniëren als iemand die slechts de kerk bemoedigt over toekomstige gebeurtenissen. Profeten zijn niet in ons midden geplaatst om leuke kinderliedjes te zingen, zij zijn het alarm systeem van het huis van God. Leonard Ravenhill omschreef de rol van een profeet op deze manier: Profeten zijn Gods trauma-team voor crisis-tijden. De gedijden in verwarring, ze gaan over de tegenspoed heen, verslaan problemen, brengen de nieuwe wijn van het koninkrijk om de wijnzakken van orthodoxy te scheuren en een opwekking geboren te laten worden.
Één van de meest unieke profetische man van de 20ste eeuw was de opwekkingsprediker, John Sung. Hij werkte als een waarachtige apostolisch team, met vele wonderen en tekenen die zijn bediening volgde. Anders dan welke tegenwoordige heilige die ik ooit bestudeerd heb, had Jong Sung een bijzondere communicatie van de reinheid en kracht van het Nieuwe Testament. Zijn leven en bediening werden krachtig gekenmerkt door een echte profetische zalving. Hij was de belichaming van een brande ijver, onvernietigbare passie en een onvermurwbare angstloosheid. Bijna iedereen die hem bestudeerd hebben zien hem als één van de grootste opwekkingspredikers van de vorige eeuw. Toch tot onze grote schaamte en ons eigen verlies, is hij grotendeels vergeten en genegeerd door het grootste deel van de westerse kerk. Hij is de vergeten profeet van de vergeten Chinese opwekking in 1927-1937.
John Sung werd geboren op 27 September, 1901 in hinghwa in China. Hij was de zoon van een gerespecteerde methodisten-prediker en werd een volgeling van Jezus toen hij 9 jaar was. In 1920 (toen John Sung 19 was) ging hij naar Amerika om te studeren aan de Wesleyan University van Ohio. Later ging hij verder en studeerde aan de Ohio State University en de Union Theological Seminary. In 5 jaar en 2 maanden van de dag dat hij de college binnenkwam, behaalde hij 3 academische diploma's. Een bachelor in Wetenschap, een master in wetenschap en een doctor-diploma van filosofie, en daarnaast had hij een fulltime baan. Maar door deze diploma's te halen, ging zijn geestelijk leven kapot. Na een paar jaar in America, terwijl hij volgegoten werd met wereldse filosofie en liberale theologie, verachterde hij in de genade en twijfelde aan alles wat zijn vader hem geleerd had.
Op 10 Februari 1927, ongeveer rond dezelfde tijd dat de opwekking uitbrak in china, wijdde John Sung zijn leven opnieuw toe aan de Heere Jezus Christus. Dit was slechts het begin van een veel dieper werk. Na zijn bekering van zijn zonden werd hij opeens vervuld met een onbeschrijfelijke vreugde. Hij begon meteen met prediken tot al zijn klasgenoten en professoren. Deze drastische verandering in John Sungs leven zorgde ervoor dat ze geloofde dat hij mentaal ongezond was. Hij werd in een inrichting gestopt door de autoriteiten. Hij mocht alleen maar een bijbel en een pen meenemen. Hij zou later zeggen dat dit zijn werkelijke theologische opleiding was. Hij zat hier 193 dagen, iets meer dan 6 maanden. In die tijd las hij de bijbel van begin tot het eind wel 40 keer door. Hij wijdde elk uur dat hij wakker was toe om te besteden in het woord en in gebed. Door deze tijd legde de Heilige Geest zorgvuldig de fundamenten voor John Sungs opwekkingsbediening. Hij werd voorbereid om deel te nemen aan één van de machtigste opwekkingen van de 20e eeuw.
Na eindelijk ontslagen te zijn uit de inrichting, ging hij op 4 Oktober 1927 met een boot naar Shanghai. “Hij leefde voor 7 en een half jaar in Amerika. Hij was een man geworden met uitstekende kennis (door al het onderwijs en behaalde resultaten) en vaardigheden en zonder twijfel zou elke nationale universiteit van China hem verwelkomd hebben om gebruik te maken van zijn dingen”. Maar in de plaats om gebruik te maken van alle mogelijkheden die hij had door al het onderwijs dat hij had genoten, koos John Sung ervoor om naar huis te gaan en daar het evangelie te verkondigen. Hij realiseerde dat China niet de geleerden het meeste nodig had, maar de predikers van het evangelie. Op een dag toen het schip in de buurt van zijn bestemming kwam, pakte hij al zijn diploma’s, zijn behaalde speldjes en dat soort zaken en gooide ze overboord, zo de oceaan in. Het enige wat hij daarvan bij zich hield was zijn dokters diploma, die hij bewaarde om tot nut te zijn voor zijn vader. Zoals Paulus kon John Song zeggen “Wat winst voor mij was, heb ik om niets beschouwd omwille van Christus” (Filippenzen 3:7). Nadat hij in China arriveerde ging hij spoedig trouwen en ging hij naar de Bethel Bible School in Shanghai. Het duurde niet lang voordat hij de evangelist van de school werd. Hij, Andrew Gih en andere scholieren van de school vormde samen het “Bethel team voor evangelisatie”. God gebruikte dit apostolische team machtig om het vuur van opwekking te verspreiden dat al in China aanwezig was. Zij gingen overal heen terwijl ze het evangelie predikten en over het evangelie zongen. Als John Sung niet op de preekstoel stond, was hij schuw en gereserveerd. Maar als hij ging preken werd hij vurig en vol emotie. Vaak liep hij heen en weer over het podium. Soms liep hij heen en weer door de gangen terwijl hij mensen aanwees en dan rende hij weer naar terug naar het podium om zijn preek af te ronden.
Hij benadrukte altijd bekering en de noodzaak om restitutie te doen als dat mogelijk was. Hij was zonder vrees als hij alle zonde en hypocrisie aanwees die hij tegen kwam, vooral richting de verharde voorgangers. Toch wist hij de menigte als geen ander te raken met de boodschap van Christus’ zachtmoedigheid en nooit-falende liefde. Zijn samenkomsten werden altijd plekken met ontzettend veel mensen die onder overtuiging en gebrokenheid van hun zonden waren gekomen. Het kwam regelmatig voor dat er honderden mensen met tranen in hun ogen stonden terwijl ze uitroepen voor genade en barmhartigheid. Berouwvolle zondaars rende regelmatig naar voren om openlijk hun zonden te belijden voor de hele gemeente. “Terwijl hij zijn preek hield ontving hij vaak de gave van profetie.” Op meerdere plekken gebeurde het dat hij de zonden scherp wist aan te wijzen van een voorganger die aan het afglijden was van het geloof. Leslie T. Lyall schrijft “Soms wees hij een individu aan – een voorganger of een kerkraadslid – en zei ‘Er is zonde in je hart’, en hij had altijd gelijk”.
Wanneer John Sung niet actief aan het prediken was of een nieuw evangelisatie-team op aan het zetten was, zag je hem vaak in zijn dagboek schrijven of dingen toevoegen aan zijn groeiende gebedslijst. Hij bad voor elk punt op de lijst en bad voor vele mensen van wie hij kleine foto’s bij hield. John Sung was een getrouw voorbidder en wilde altijd een kleine foto van degene die een gebedspunt wilde doorgeven, zodat dat hem kon helpen wanneer hij voorbede deed om een diepere gebedslast te krijgen. Overal waar hij kwam vuurde hij de mensen aan om een leven van gebed te leiden. “Het feit dat de Chinese Kerk een biddende kerk is, kan voor een groot deel toegeschreven worden aan de invloed en het voorbeeld van deze man”. Niets kon hem afhouden van zijn tijd in gebed. John Sung maakte het zijn gewoonte om elke morgen om 5 uur voor 2 of 3 uur te bidden. “Gebed was voor John Sung zoals een grote strijd. Hij bad totdat het zweet van zijn gezicht afdroop.” Soms zou hij zelf lichamelijk instorten op het bed en huilen en schreien onder een grote gebedslast. John Sung geloofde dat gebed het meest belangrijke werk was van een gelovige. Hij definieerde geloof als ‘Naar God kijken die aan het werk is, terwijl je op je knieën bent’. Dhr. Boon Mark zei van John Sung: ‘hij praatte het minst, predikte meer en bad het meest’.
Omdat het duidelijk was dat John Sung een man was van grote kracht in gebed, kwamen de kreupelen en de zieken naar hem toe voor gebed voor hun lichamen. John Sung maakte altijd tijd om met grote bewogenheid te bidden voor hun noden. “John Sung had meestal één samenkomst in elke outreach waarbij hij een oproep over genezing en de noodzaak voor oprechte bekering, voordat hij de zieken uitnodigde om naar voren te komen.” Honderden werden ter plaatste genezen en van allerlei ziekten. De blinden konden weer zien, de kreupelen konden weer lopen, de doven konden weer horen terwijl John Sung uitriep tot Jezus in gebed. Soms legde hij persoonlijk de handen op hen en bad voor 500 tot 600 mensen per samenkomst. Ondanks dat er zoveel geweldige genezingen plaats vonden, leed hij zelf voor jaren aan tuberculose. Deze ziekte zorgde ervoor dat hij constant pijn had en zorgde voor (inwendige) bloedingen. Ondanks dat bleef hij doorgaan met het vurig prediken, terwijl hij soms in een knielende houding zat om de pijn iets te verlichten. Naar jaren van lijden door deze ziekte stierf hij toen hij 43 was op 18 Augustus 1944.
John Sung was een ware opwekkingsprediker. Hij leidde duizenden Chinezen en Zuid-Oost-Aziërs in een de wereld van geestelijke kracht en realiteit. De roep om opwekking, is de roep om een pionier te zijn! Als wij serieus zijn over opwekking, moeten we bereid zijn om naar plaatsen te gaan waar de huidige kerk nooit is geweest of die ze zelfs vergeten zijn. Daarom moeten we stoppen met het kijken naar het ‘genoegzame christendom’ om stappen te zetten voor onze opwekkingsdromen en visies. We kunnen niet toestaan dat de zwakte en het falen van de kerk onze hoop en ons geloof beroofd voor een toekomstige opwekking. God is ons niet aan het roepen om het zwakke om ons heen te imiteren. Hij nodigt ons uit om hem te vertrouwen voor kracht en reinheid van de kerk zoals we zien in het Nieuwe Testament! Onze zeventig jaren zijn geëindigd en het is tijd voor ons om te stoppen met luisteren naar de mensen om ons heen en om het huis van gebed weer opnieuw op te gaan bouwen. (Daniël 9:1-3, Ezra 1:1-5).